Beschrijving

John Newton (1725-1807), bekeerde slavenhandelaar, predikant en hymneschrijver,
was een van de kleurrijkste figuren in het evangelische ontwaken van de
achttiende eeuw. ‘Eens een ongelovige en libertijn, een dienaar van slaven in
Afrika’, schreef hij ooit voor zijn grafschrift, ‘door de rijke barmhartigheid van Jezus Christus,
bewaard, hersteld, vergeven en aangesteld om het geloof te prediken dat hij lang
had geprobeerd te vernietigen’. Het was door zijn productieve correspondentie dat Newton zijn onderscheidende werk
vervulde als ‘de briefschrijver bij uitstek van
de evangelische heropleving’. Zijn begrip van de Schrift en diepe persoonlijke ervaring
van de ‘verbazingwekkende genade’ van God, zijn vele vrienden (waaronder Whitefield, Cowper
en Wilberforce), zijn vele en gevarieerde beproevingen, zijn pastoraat op het platteland, zijn
sterke, duidelijke, idiomatische stijl – al deze factoren gecombineerd om de
auteur van ‘Hoe zoet de Naam van Jezus klinkt’ voor te bereiden, op de uitoefening van zijn speciale
gave. Deze brieven, geselecteerd door zijn biograaf, Josiah Bull, dragen de
praktische stempel van alle geschriften van Newton; ze bestrijken een breed scala aan
onderwerpen en hebben tot doel ‘de gelovige gelijkvormig te maken aan Christus’. Daaronder zijn er verschillende
die niet eerder in eerdere verzamelingen van zijn
correspondentie zijn gepubliceerd.